Alweer 3 weken terug van de retraite bij Artisa in Griekenland. Ik had me daar al voorgenomen om iets te schrijven over hoe belangrijk spel voor me is. Het was dit keer geen werkweek maar een retraite en er waren meer wetenschappers dan kunstenaars in de groep. Dat had voor de doelen die ik me had gesteld geen nadelen. Ik blijk gewoon aan het werk te gaan met de omgeving waar ik me bevind. In het begin ben ik nog in paniek en maak ik een collage om houvast te hebben aan wat ik al kan. Die collage mislukt ook nog, fijn houvast. Omdat ik iets zinnigs wil doen, als het proces misschien niet op gang komt, heb ik ook het boek Big Magic (creative living beyond fear) van Elizabeth Gilbert meegenomen. Volgens haar kost het inspanning, vertrouwen, concentratie, moed en uren van toewijding om die schatten, die binnen in me liggen, naar boven te halen.... 

Maar het gaat ook om loslaten... als ik vervolgens alleen maar een beetje rondloop en kijk, komt het proces vanzelf op gang. Ik realiseer me dat ik tijd te over heb, ’s nachts door kan gaan. Wat ik helemaal niet doe. Maar dat doet er niet toe. Het gaat om een gevoel van vrijheid, vrije tijd. Het gaat erom dat ik mezelf toestemming geef om die tijd te nemen. Wat daarbij ook heel belangrijk is, is dat ik mezelf toestemming geef om niet naar een resultaat toe te werken om gewoon een beetje te spelen.

En dan zie ik al die stenen op het kiezelstrand. Welke stenen vind ik interessant? En hoe zou ik iemand anders duidelijk kunnen maken waarom ik deze stenen heb gekozen. Per steen is dat misschien wel verschillend. Ik wil een omgeving maken, tekenen, schilderen waarin dat duidelijk wordt. Eén steen ziet er uit als een stukje schedel, wit met gaten, een schedel van een vogeltje? Alleen dat zeggen is niet genoeg. In mijn schetsboek ontstaan een aantal bladzijden waarop ik laat zien waarom ik de stenen heb gekozen: bijvoorbeeld omdat het steentje inderdaad lijkt op een vogelschedel.... of omdat twee stenen zo verschillend zijn.... en omdat er stenen zijn die op kinderkopjes lijken, enz.. Ik realiseer me dat ik voor iedere steen een context zou kunnen bedenken en op die manier de steen kan presenteren. Op het strand liggen miljoenen stenen, wauw, ik heb voorlopig genoeg te doen tijdens de retraite. In de wereld zijn miljarden mensen. Kan ik voor hen ook een context bedenken...?